Huisregels & hygiëne
Huisregels
Wij van 't Heike
-
zijn vriendelijk voor de dieren en jagen ze niet op
-
halen de dieren niet zonder toestemming uit de hokken;
-
zijn vriendelijk voor elkaar: we schelden en vloeken niet;
-
houden het terrein schoon en gooien afval in de prullenbakken;
-
zijn zuinig op de aanwezige spullen;
-
fietsen niet op het terrein, fietsen dienen geplaatst te worden in de rekken;
-
voetballen en skateboarden niet op het terrein;
-
nemen geen hond mee, ook niet wanneer deze aangelijnd is;
-
roken niet op het terrein van 't Heike
-
volgen aanwijzingen van het personeel van 't Heike op.
Volwassenen dienen hun eigen kinderen in de gaten te houden. De meeste dieren zijn erg lief, maar ze kunnen net als mensen ook wel eens een slecht humeur hebben of ondeugend zijn.
omgangsregels
Rookvrij 't Heike
't Heike is rookvrij. Dat betekent dat niemand rookt op het terrein. We doen dit omdat we het goede voorbeeld aan kinderen willen geven. Behalve gezond, is rookvrij spelen ook veilig spelen. Uit onderzoek blijkt dat als kinderen anderen zien roken zij later zelf sneller beginnen met roken. Wij vinden een rookvrije en gezonde omgeving voor iedereen belangrijk.
Hygiëne
Veiligheid en hygiëne vinden wij erg belangrijk. Dieren kunnen ziektes met zich meedragen die kunnen worden overgedragen op mensen. Het is daarom belangrijk dat iedereen die de kinderboerderij bezoekt maatregelen neemt om dit te voorkomen. Dieren die iets onder de leden hebben, worden apart gezet. Ook zal er vermeld worden dat deze dieren niet aangeraakt mogen worden.
Het volgende kun je zelf doen: Was de handen met water en zeep na het aanraken van dieren. Was de handen met water en zeep voor er iets gegeten wordt. Vermijd het aanraken van gezicht en mond voordat de handen gewassen zijn. Niet eten en drinken in de geitenweide.
Wij doen ons uiterste best om problemen door overdraagbare ziektes te voorkomen, maar uiteraard ligt er ook verantwoordelijkheid bij uzelf.
Hygiëne code
Als bezoeker van onze kinderboerderij zul je het bord "Handen Wassen" tegen komen. Waarom dit bord geplaatst is? De uitleg vind je hieronder.
Een kinderboerderij moet zich houden aan de hygiënecode. Een van de criteria van de hygiënecode is dat ze bezoekers erop moeten wijzen hun handen te wassen.
1. Wat wordt onder de hygiënecode verstaan?
Dit is een advies hoe er op kinderboerderijen gewerkt moet worden om het overdragen van ziektes te voorkomen. Dat betekent soms dat de kinderboerderij anders ingericht moet worden, maar ook dat de bezoekers voorgelicht worden. Het bord aan de ingang van de boerderij is daar een onderdeel van.
2. Waarom nu een hygiënecode, het is toch schoon op de kinderboerderij?
Jazeker, het is op de boerderij schoon. Toch moet er niet vergeten worden dat we met dieren te maken hebben. De bezoekers van kinderboerderijen (kinderen) aaien, knuffelen en zoenen soms zelfs de dieren. En dieren kunnen ziektekiemen bij zich dragen die mensen wel ziek maken, maar dieren niet. Door na het knuffelen met de dieren je handen te wassen, kunnen al heel veel problemen voorkomen worden. Overigens wordt een ziekte die van dier op mens, of omgekeerd, overgedragen kan worden een zoonose genoemd.
3. Wie kan er ziek worden?
De groep die gevoelig is voor deze bacteriën, zijn mensen met een verminderde weerstand. Hieronder vallen kinderen, ouderen, mensen die een chronische verminderde weerstand hebben en zwangere vrouwen.
4. Hoe groot is de kans dat je ziek wordt?
De kans dat je een ziekte op de boerderij oploopt, is bijzonder klein. De kans dat je al een keer eerder in contact geweest bent met gelijksoortige ziektekiemen is namelijk groot. Alleen op dat moment was de hoeveelheid ziektekiemen niet voldoende om er daadwerkelijk last van te krijgen. Het afweersysteem van het lichaam heeft de ziektekiemen toen opgeruimd. De kans dat je verkouden raakt door buren of collega's is ongeveer 500 tot 1000 keer zo groot.
De beheerder en de vrijwilligers moeten wel extra opletten dat zij niet ziek worden. Normaal komen bezoekers niet in aanraking met verse mest, bloedmateriaal van bevallingen of behandelingen en doen bezoekers ook niet aan wondverzorging bij zieke of gewonde dieren.
5. Voorzorgsmaatregelen
Iets wat heel belangrijk is, is het opvolgen van aanwijzingen van personeel. De beheerder is verplicht om in zijn beleid op de kinderboerderij de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om besmetting en verspreiding van ziektes te voorkomen. Daarbij moet men niet alleen denken aan bezoekers, maar zeker ook aan personeel en de dieren onderling.
Dieren die apart staan en waarbij een bord "niet aanraken" staat, hebben veelal iets onder de leden. Om nu te voorkomen dat de ziekte overgedragen wordt van het zieke dier op gezonde dieren of mensen wordt een dier apart gezet en apart verzorgd. Hierdoor kan besmetting voorkomen worden.
Voor personeel gelden vaak aparte regels waar zij zich aan moeten houden bij het voeren van zieke dieren of het uitmesten van stallen.
6. En vroeger..?
Hoe kan het nu dat er ineens op gelet moet worden dat we onze handen wassen na een dier geaaid te hebben. Het ging vroeger toch ook zo, en toen hoorde of zag je hier niets van?
Met de steeds verdergaande registratie en onderzoeken is dit boven water gekomen. Daarnaast is de kennis van het overdragen van ziektes van dieren op mensen vaak alleen bij de mensen met het beroep in die sector bekend. Daar er steeds minder mensen op het platteland wonen of beroepsmatig met dieren in aanraking komen, verdwijnt deze kennis bij de "gewone" mensen. Zij worden er immers niet meer mee geconfronteerd.
7. Welke ziektes worden er onder een zoonose verstaan?
Je denkt misschien aan de meest exotische ziektes, maar dan moeten we je teleurstellen. De meest normale ziektes als diarree, verkoudheid of griep vallen eronder. Een beter beeld is te krijgen als de onderverdeling gemaakt wordt tussen normale ziektes en beroepsziektes. 99% van de ziektegevallen zijn normale ziektegevallen, dat wil zeggen griep, diarree en verkoudheid. 1% zijn de beroeps, en deze ziektegevallen kunnen alleen overgedragen worden door intensief contact met dieren gedurende langere tijd.
8. Hoe wordt een ziekte dan overgedragen?
Ziektes kunnen op verschillende manieren overgebracht worden. Hieronder enkele manieren, met een voorbeeld welke ziekte dan overgedragen kan worden.
Mest: Mest is door zijn functie als afvalstof een bron van bacterien. Op zich is dit geen probleem, maar er komen ook minuscule mestdeeltjes in een vacht van een dier voor. Door het dier te aaien, krijgt een mens deze weer aan zijn handen, en met deze handen worden weer etenswaren beetgepakt. Zo heb je dus een weg van ziektekiemen in mest naar de mens. Diarree kan een gevolg zijn. Een zwangere vrouw mag bijvoorbeeld de kattenbak niet verschonen.
Voedsel: voedsel mag een bepaalde hoeveelheid bacteriën bevatten. Als dit voedsel niet of niet voldoende verhit wordt, blijven deze bacteriën leven, en kunnen zich na het eten in een menselijk lichaam vermenigvuldigen. Gevolgen kunnen allerlei ziektes zijn als diarree, braken, maar ook ernstigere aandoeningen als lever of nierziekten. Salmonella is ook een zoonose.
Slijm: slijm, bijvoorbeeld op de hand gekregen bij het voeren van dieren, kan ook ziektekiemen dragen. Indien met deze hand weer een koekje of iets anders gegeten wordt, is de ziektekiem binnen en omdat het dan een slijm-slijm besmetting is, zijn de omstandigheden ideaal geweest voor de in het slijm aanwezige ziektekiemen. Denk in dit geval aan een verkoudheid.
Stof: Stofdeeltjes als huidschilfers kunnen ook een ziekte veroorzaken. Denk aan de allergische reacties van mensen op vogels of konijnen. Hierdoor kan een luchtweg infectie ontstaan. Huidschimmels kunnen zich door de lucht ook van dier naar mens of omgekeerd verplaatsen. En onze huisdieren hebben meer last van huidschimmels dan we denken.
Bloed: bloedbesmettingen zijn het moeilijkste te begrijpen. Je komt toch niet in aanraking met bloed van een dier op de boerderij? Nee, in principe niet. Echter, kan er op de boerderij wel bloed op materiaal aanwezig zijn, bijvoorbeeld op stro. Doordat je met je handen hieraan zit, kun je, als je een wondje hebt en in het bloed ziektekiemen aanwezig zijn, weer besmet raken. Daarom is het van belang de aanwijzingen van het personeel op te volgen.
Teken: Er komt ook nog eens een heel ander fenomeen om de hoek kijken. Dit heeft wel degelijk met dieren te maken, maar er zit een gastheer tussen. Deze gastheer is een teek. In Nederland kunnen teken drager zijn van de bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt. De bacterie is namelijk oorspronkelijk afkomstig van kleine knaagdieren, zoals de bosmuis of de rosse woelmuis. De teek geeft de bacterie door aan de volgende waar hij bloed zuigt. Dit kan zowel een mens als dier zijn. Mocht een besmette teek bij jou bloed zuigen, dan kun je deze ziekte oplopen. Hier ligt een voorzorgsmaatregel bij jezelf, namelijk het controleren van je lichaam of dat van je kinderen na elk bezoek in de natuur. Teken zitten overal.
De bovenstaande voorbeelden van besmetting zijn een populair uitgelegde manier van besmettingswegen. Hiervoor is gekozen om eenvoudig duidelijk te maken dat de meest doodgewone handelingen betreft en dat je dus altijd de kans loopt om een ziekte op te lopen als je geen eenvoudige hygiëne maatregelen neemt. Niet alleen dieren op een boerderij, maar ook een hond of kat, hoe schoon ook, kunnen zelf ziektekiemen met zich mee dragen. Alleen word je meestal niet ziek, want je bent ertegen bestand of de ziekte is niet op mensen overdraagbaar.
Mocht je denken dat we zonder dit soort microscopische wezentjes kunnen leven, we zijn wel afhankelijk van ze voor onze vertering van het voedsel. Bacteriën zijn net als onkruid, op de verkeerde plek hebben ze een ongewenste werking, maar op de goede plaats ingezet doen ze uitstekend werk. Aan ons, jou als bezoeker en wij als beheerders, is het ze op de juiste plaatsen te houden!